Naar de
drogist, antiroosshampoo kopen. Haar kapster heeft het haar
aangeraden, nadat ze had verteld over de aanhoudende jeuk op haar
hoofd. Gek wordt ze ervan. 's Nachts wordt ze wakker van het
gekriebel en haar hoofdhuid begint branderig aan te voelen van het
krabben. De kapster constateert dat haar huid er geïrriteerd uitziet
en licht schilfert.
De
shampoo ruikt prettig, haar haar glanst als nooit tevoren maar de
jeuk blijft.
Ze maakt
een afspraak bij haar huisarts, die vermoedt dat een kalmerende
lotion haar klachten zal doen verdwijnen. Maar helaas. De jeuk
blijft.
Volgende
stap: naar de dermatoloog. Na grondig onderzoek geeft hij haar een
recept mee voor medicatie tegen schimmelinfectie. Een behoorlijk
zware kuur, maar de klachten duren nu al zo lang, dat dit zeker geen
overbodige luxe is. De arts is ervan overtuigd dat het snel zal
helpen, maar zegt haar terug te komen, mocht de jeuk binnen twee
weken niet afnemen.
De jeuk
blijft. Ze gaat terug.
De
dermatoloog kijkt haar indringend aan en vraagt haar of ze misschien
last heeft van stress. Wellicht hebben haar klachten een psychische
oorzaak?
“Stress???!?”,
roept ze wanhopig, “Ik heb geen stress!! Ik heb jeuk!! En daar heb
ik wel stress van, ja!” Ze stormt de spreekkamer uit.
Die
middag zit ze bij vrienden te borrelen in de tuin. “Wat zit je toch
aan je hoofd te krabben?” vraagt de man van haar vriendin bezorgd.
In tranen vertelt ze haar verhaal. De antiroosshampoo, lotion,
medicatie, de mogelijk psychische oorzaak.
“Laat
mij eens even kijken.” In de namiddagzon gaat hij achter haar staan
en bestudeert haar hoofdhuid. “Weet je wat jij nodig hebt? Een
stevig middel tegen hoofdluis.”
Een
halfjaar later, de kriebelende beestjes op haar hoofd zijn al lang
uitgeroeid, heeft ze een afspraak bij de huisarts. Deze vraagt haar
hoe het uiteindelijk toch met die vervelende jeuk is afgelopen. De
huisarts kan nauwelijks geloven dat zowel zijzelf, als de kapper en
ook de dermatoloog de hoofdluis over het hoofd gezien hebben. “Ach,
de volgende keer dat ik jeuk op mijn hoofd heb, ga ik wel eerst even
bij een luizenmoeder op school langs in plaats van doktoren.”
Bij het
weggaan houdt de huisarts haar nog even staande om haar met het
schaamrood op de kaken te bekennen dat ze zelf luizenmoeder op de
school van haar kinderen is.