Als kind hoorde ik over de
Jodenvervolging. Over concentratiekampen, davidsterren, gaskamers. Naast
weerzin tegen het idee dat een bevolkingsgroep werd buitengesloten en vermoord,
was er ook altijd weer verbazing. Verbazing over die tijd, waarin dat kon
gebeuren. Opluchting ook, omdat ik niet in die tijd had geleefd, had hoeven
leven, want hoe verschrikkelijk moet het zijn om van zoiets weerzinwekkends
getuige te zijn. Het leek me zo’n angstaanjagend idee om in je eigen omgeving
te zien dat mensen zich ontpopten tot haters en vervolgers. Mensen die je kent.
Dat zou mij gelukkig nooit gebeuren.
Ik ben nu 50 jaar. Einde opluchting.
Ik ben nu 50 jaar. Einde opluchting.