Toen jij Christine leerde kennen, was
ik blij voor je. Ik zag je voor het eerst sinds mama’s dood weer
lachen. Natuurlijk vond ik het ook wel een beetje
lastig, iemand anders naast je dan mama, dat weet jij ook. Maar
jouw geluk stond, staat, voorop.
Altijd. Voorop. Jouw geluk.
Altijd. Voorop. Jouw geluk.
Iedereen weet dat Christine zo’n goed
mens is. Ik zie dat ook. Iedere zondag naar de kerk, het
vrijwilligerswerk dat ze doet, de zorg voor haar oude tante. Ze
waakt over jou als een leeuwin over haar welp en jij doet in haar
ogen niets verkeerd. Helemaal niets. Wat een vrouw.
Wat niemand weet is hoe ze mij
behandelt. Wat ze tegen mij zegt als niemand het kan horen.
Hoe ze me begluurt en me continu direct en indirect laat weten, laat voelen dat ik alles verkeerd doe.
Alles.
Dat ik van die hoerige kleren draag.
Dat ze niet begrijpt wat me bezielt als ik met vriendinnen naar de sauna ga.
Dat het haar helemaal niet verbaast dat ik nog niet de ‘juiste man’ ben tegen gekomen.
Dat ik teveel zout in de groente doe.
Hoe ze me begluurt en me continu direct en indirect laat weten, laat voelen dat ik alles verkeerd doe.
Alles.
Dat ik van die hoerige kleren draag.
Dat ze niet begrijpt wat me bezielt als ik met vriendinnen naar de sauna ga.
Dat het haar helemaal niet verbaast dat ik nog niet de ‘juiste man’ ben tegen gekomen.
Dat ik teveel zout in de groente doe.
“Naar de hel ga je”, siste ze me
gister toe terwijl ik de tafel afruimde. “Naar de hel!”
Ze stond zo dicht bij me dat ik bijna misselijk werd van de geur van de poeder waarmee ze haar gezicht dichtsmeert. De bloedkoraaltjes rinkelden aan hun gouden hangertjes aan haar oorlellen. Ze keek me strak aan met haar kille kippenogen, haar mond in een strakke rode lijn, haar lippen bewogen nauwelijks.
Ze stond zo dicht bij me dat ik bijna misselijk werd van de geur van de poeder waarmee ze haar gezicht dichtsmeert. De bloedkoraaltjes rinkelden aan hun gouden hangertjes aan haar oorlellen. Ze keek me strak aan met haar kille kippenogen, haar mond in een strakke rode lijn, haar lippen bewogen nauwelijks.
Op dat moment wist ik het ineens. Ze
heeft gelijk, papa.
Ik ga.
Naar de hel.
Ik ga.
Naar de hel.
Heftig!... Ik weet het beter dan Christine, (omdat ik jou ontmoet heb) En geloof me, ik heb mensenkennis. Jij gaat naar de hemel lief dinnetje en een heel mooi plekje ook. Hoop dat het nog heel lang gaat duren voordat je daar komt. Maar het wordt echt de hemel, zeg dat maar tegen Christine! Liefs xx
BeantwoordenVerwijderen